
In een wereld waar levenslang leren steeds belangrijker wordt, blijven nog te veel mensen achter. Niet uit onwil of onvermogen, maar omdat het leerpad hén niet ziet. Onder andere mensen met taalstoornissen, gehoorproblemen, ADHD, autisme of een visuele beperking botsen dagelijks op leeroplossingen die hen uitsluiten.
Dit is iets dat ik moeilijk kan negeren. Niet alleen als professional binnen L&D, maar ook vanuit mijn achtergrond in logopedie en audiologie. Al van tijdens mijn stages zag ik het van dichtbij: verstandige, gemotiveerde mensen die struikelen over de vorm waarin kennis aangeboden wordt. Niet over de inhoud.
Iemand die me dierbaar is, liep jarenlang verloren op school. Hij was eerder gediagnosticeerd met het autismespectrumstoornis, maar was oprecht leergierig: hij kende zijn cursussen van A tot Z en studeerde thuis tot in de details. Maar in de klas was concentratie moeilijk en bij examens kon hij de vragen niet altijd juist interpreteren. Hij kreeg jarenlang het label van ‘slechte leerling’, wat op termijn niet gunstig was voor zijn motivatie. Pas toen er ruimte kwam voor aangepaste trajecten waarin tempo, ondersteuning en evaluatievormen werden aangepast, kon hij zijn talenten tonen. En ja: hij behaalde zijn diploma.
Dat zo’n aangepast leerpad een wereld van verschil kan maken, zag ik ook tijdens één van mijn stages. Ik werkte toen met een kind dat nog maar net in België was. We spraken geen gemeenschappelijke taal. Bijkomend was het kind blind, wat het leerproces nog complexer maakte. En toch: dankzij aangepaste leertrajecten met tactiele ondersteuning, ritme, herhaling, intonatie en structuur boekte dit kind binnen enkele maanden een voelbare vooruitgang in het begrijpen en gebruiken van de Vlaamse taal. Niet omdat de lat verlaagd werd, maar omdat de weg ernaartoe aangepast werd.
Veel opleidingen en e-learnings vertrekken vanuit een ideaalbeeld van de standaard lerende: iemand die moeiteloos leest, lang de aandacht erbij houdt en vlot communiceert. In werkelijkheid is die standaard niet altijd zo standaard.
Het sociale model van handicap (cfr. social model of disability, Oliver, 1983) helpt ons begrijpen waarom dit een probleem is. Een handicap ontstaat niet alleen door iemands fysieke of mentale mogelijkheden. Het komt vooral door de drempels die de samenleving opwerpt. Met andere woorden: iemand heeft een bepaalde functionele capaciteit; maar wanneer een product, dienst of leeromgeving daar niet bij aansluit, ontstaat er een handicap. De beperking zit vaak niet in de persoon, maar in de manier waarop de omgeving barrières creëert.
Denk aan:
Als het leerpad niet past bij de persoon, is het niet de persoon die tekortschiet. Eerder is het leerpad te krap ontworpen.
Inclusief leren is meer dan achteraf toegankelijkheid toevoegen. Het begint bij ontwerp.
Het vraagt dat we ons de vraag stellen: “Voor wie maken we dit?”
En dan het eerlijke antwoord geven: “Voor iedereen”.
Dat betekent:
Het betekent ook: mensen het gevoel geven dat ze welkom zijn in het leerproces. Dat hun manier van informatie verwerken niet een afwijking is, maar gewoon een andere route naar dezelfde bestemming.
De oplossingen hoeven niet ingewikkeld te zijn. Denk bijvoorbeeld aan:
Elke aanpassing vergroot de kans dat iemand zich gezien en erkend voelt. En dat is wat leren uiteindelijk moet doen.
We hebben de kennis en technologie om leerervaringen toegankelijk te maken. Wat we nodig hebben, is de wil. De keuze om in elk leertraject de vraag te stellen: “Wie sluit ik uit als ik het zo doe?”.
Inclusief leren is geen extraatje. Het is geen 'ook nog' of 'speciaal voor'.
Het is essentieel, eerlijk en efficiënt. En het zorgt ervoor dat iedereen, écht iedereen, mee kan blijven doen.
Leren is geen luxe voor enkelen, maar een basisrecht voor iedereen. Laten we onze leeroplossingen daar ook op afstemmen.